Waar gaat het resultaat over?
Met de meeste kinderen gaat het goed: lichamelijk en psychisch zijn zij gezond en zij ontwikkelen zich naar verwachting. Zij komen goed voorbereid in het onderwijs en doorlopen deze zonder noemenswaardige problemen. Er zijn echter altijd jeugdigen bij wie het opgroeien niet probleemloos verloopt. Bij hen is sprake van een verhoogd risico op problemen, bijvoorbeeld een ontwikkelingsachterstand, uitvallen op school of omdat zij in aanraking komen met criminaliteit. Er zijn ook ouders die problemen hebben met opvoeden, maar die (nog) geen zorg op grond van de Jeugdwet nodig hebben. Voor deze groep is preventieve inzet nodig.
De functies die de gemeente vervult zijn:
- Verstrekken van informatie en advies
- signaleren van problemen,
- voorzien in- en toegang bieden tot de basisvoorzieningen,
- licht-pedagogische hulp,
- coördinatie van zorg.
Bij 'signalering' is ons aandeel bijvoorbeeld om de verbinding te leggen tussen partners die kunnen signaleren: het onderwijs, het wijkteam, politie, huis- en jeugdartsen, inwoners en maatschappelijk betrokken organisaties. Met deze partners voeren wij gesprekken om de keten sluitend te krijgen.
Onder ‘voorzien in- en toegang bieden tot de basisvoorzieningen’ valt het totale aanbod, inclusief voorschoolse voorzieningen en het onderwijs. Wij zorgen ervoor dat de onderwijshuisvesting is geregeld. Dat kinderen met een ontwikkelingsachterstand terecht kunnen bij een voorschoolse voorziening. Bij 'pedagogische hulp' gaat het om het bieden van opvoedingsondersteuning aan ouders en gezinnen die problemen hebben of dreigen te krijgen. Ook dragen we zorg voor schoolmaatschappelijk werk, dat een verbinding legt tussen het wijkteam en het onderwijs. De ‘coördinatie van zorg' ligt bij de wijkteams; zij zorgen voor afstemming en zo mogelijk bundeling van zorg wanneer meerdere hulpsoorten nodig zijn om een jeugdige of een gezin te ondersteunen.
De jongere vindt in zijn groei naar volwassenheid zijn weg naar de arbeidsmarkt. Hiervoor is een integrale aanpak tussen de economische en sociale domeinen noodzakelijk, bijvoorbeeld als het gaat om optimalisering van de aansluiting van het onderwijs op de regionale arbeidsmarkt.